Een tienerneef geeft zich over aan zelfgenoegzaamheid en pronkt met zijn orale vaardigheden. Hij plaagt zichzelf, gebruikt vakkundig zijn tong en handen om in extase te raken.
Een jonge knul, die zich een beetje roert in zijn lendenen, richt zich tot zijn jongere neef voor wat hulp. De jongere, die niet veel hulp biedt, laat hem aan zijn lot over. De jongeman, niet iemand om zich te laten afschrikken, besluit het heft in eigen handen te nemen. Hij ritst zijn broek open en begint zijn kloppende lid te strelen. Zijn hand beweegt in een ritmische beweging, op en neer, steeds sneller, terwijl hij zichzelf verliest in het genot van zelfgenoegzaamheid. Zijn andere hand verkent zijn lichaam, streelt zijn borst en buik, wat bijdraagt aan de intensiteit van zijn halen. Zijn ademhalingen, zijn lichaam verkrampt, zijn climax bereikt hij, hij trekt zijn lid van genot terug. Hij besteedt zijn aandacht aan het plezier, met een glimmende glimlach aan het bewijs van zijn solo-plezier, het vrijgeven van de kracht van zijn schoonheid. Dit is een genoegensviering van het genot, een genoegen van de kracht om zijn schoonheid te vieren.
